Laatste schot

| Dit artikel past in een opdracht voor studenten uit het tweede jaar met als onderwerp column.

Huid

Foto: CC2.0 - Skin-4 - Gribnaya Polyana

 

Dat ik best wel wat magerder mocht zijn.
Met verstomming geslagen hoorde ik hoe de woorden terloops uit zijn mond rolden. Verbouwereerd staarde ik de Liefde Van Mijn Leven aan, terwijl hij onverstoord verder praatte over koetjes en kalfjes. We waren voor de zesde week op rij op een fuif in ons dorp. Het was niet ongebruikelijk dat we ons even afzonderden van de drukte. Ik was al lang niet meer naar hem aan het luisteren. Hij leek het niet te merken.

Ik voelde mijn woede langzaam opborrelen. De laatste maanden had ik zo mijn best gedaan. Ik had zó geprobeerd de beste versie van mezelf te zijn. Of toch minstens goed genoeg voor hem. Wat voor hem enkel te wijten was aan een pintje of twee te veel, katapulteerde mij in gedachten terug naar het eerste leerjaar. Toen een meisje van mijn klas naar mij verwees als ‘die dikke’. Ik voelde me weer zoals in het eerste middelbaar. Toen ik elk mogelijk smoesje bedacht om de zwemles te ontwijken. Ik haatte het om mijn veranderende puberlijf in een badpak te proppen. De schaamte bekroop me. Ik had mezelf de afgelopen maanden wijsgemaakt dat dit hét was. Dit moest die grote Liefde zijn, met hoofdletter L. Hierover gingen alle zeemzoete liedjes en stationsromannetjes. Vrolijk neuriënd bleef ik na elke tegenslag op mijn roze wolk zitten. Maar met die ene korte zin, trok hij het laatste blokje uit onze gammele toren. Hij loste het laatste schot, terwijl we al op sterven na dood waren.

Hij wreef nonchalant in zijn baard toen hij vroeg of we eens terug naar de tent gingen. Ik voelde mezelf knikken. Ik drukte mijn sigaret uit tegen de koude stenen en volgde hem voor de laatste keer de nacht in.

De auteur

Lien Stalpaert

Profiel E-mail

Studente journalistiek, 21 zomers jong. Verliefd op spaghetti en mooie woorden.